donderdag 29 juni 2017

Dagvulling

Al een tijd heb ik het plan een stukje te schrijven over mijn dagvulling: wat wil ik, wat doe ik, hoe pak ik het aan? Door het op te schrijven kom ik wellicht op antwoorden.

De laatste zeven jaar werd mijn dag gevuld met het zorgen voor Gert en de hond Bonne. Zeker de laatste jaren hoefde ik nooit te bedenken wat ik zou moeten doen, waar ik nu eens heen zou gaan, of ik thuis of buiten de deur zou eten, wie ik een bezoekje zou brengen. De zorg voor Gert was 24 uur lang, elke dag. Ik probeerde zo veel mogelijk Gert te laten genieten van het gewone leven buiten de deur. Als dat lukte, had ook ik een mooie dag. Maar ik was veel en vaak thuis.
Nu heb ik alle uren van de dag om zelf in te vullen. Geen vaste tijden meer, geen verplichtingen, geen doelen die gehaald moeten worden, geen uren die gemaakt moeten worden. Is dat niet wat iedereen zou willen? Ik moet zeggen: dat is ook fijn. Maar die verplichte tijden en taken gaven wel structuur en vulling aan je dag. Leuk of niet leuk, zinvol of niet, interessant of saai: je moest je eraan onderwerpen. Nu kan ik mijn eigen tijd invullen. Met van alles en nog wat. Met een kleine beperking, dat wel: ik moet er rekening mee houden dat ik wat ik ook onderneem, binnen mijn budget houdt. Iets waar je nou niet echt mee bezig bent als je in een situatie terechtkomt als de mijne op dit moment.

Wat heb ik tot nu toe gedaan? Ik ben in de nu alweer negen maanden zonder Gert weinig verplichtingen aangegaan. Ik help wekelijks bij de 'bosgroep', een groep vrijwilligers die op een nabij gelegen landgoed de beheerder helpt met het onderhoud van het bos en het beekdal. We snoeien, knippen, slopen oude hekwerken, drinken koffie en bespreken van alles wat maar in onze hoofden opkomt: het weer, de formatie, wat het is om alleen te zijn, het werk, de E-nummers, de naam van de planten waar we op staan te trappen. Een fijne bezigheid. In dat bos loop ik veel met Bonne. Gelukkig ken ik inmiddels enkele mensen die ook graag wandelen en met wie ik langere wandelingen maak.

Soms bedenk ik een plannetje om te doen wat ik graag doe: stukjes schrijven. Dan bedenk ik het plan om enkele ochtenden bij ouderen te gaan helpen om op die manier stof te vergaren om over te kunnen schrijven. Of ik haal boeken uit de bieb over dementie en stel me voor dat ik probeer te beschrijven wat het is om jong dement te worden. En dan niet over de frontotemporale vorm van dementie (je zou uit de media bijna denken dat jonge mensen altijd deze vorm van dementie hebben!), maar juist ook al die andere vormen van dementie bij jongeren waar weinig over geschreven wordt. Maar ik moet bekennen: tot nu toe breng ik deze boeken ongelezen weer terug naar de bieb. Misschien moet ik de stof om te schrijven toch ergens anders gaan halen.

Zwitserland

Na een paar warme dagen regent het bijna de hele dag. Het doet me denken aan de week afgelopen mei dat ik met een van mijn zusjes in Zwitserland was. Vanaf onze komst in het huis in Morgins was het lekker weer. Tot op een donderdag een enorme wolk het dal in kroop. Een wolk waar de eerste uren vooral regen uitviel, maar waaruit later zelfs sneeuwvlokken vielen die de bergen wit kleurden. Ik kan me niet herinneren dat ik in de jaren dat ik met Gert in het voorjaar in Zwitserland was, ooit een dag met sneeuw heb meegemaakt.

Juni 2009
In Zwitserland zonder Gert. Ik was bang dat ik Gert erg zou missen. Dat was ook zo, vooral in het begin. In het huis was weinig veranderd. Nog altijd hing er een donkerbruin gordijn voor de trap. Dat gordijn was voor Gert een enorme hindernis. Hij kon maar niet begrijpen dat daarachter de trap naar boven was. Zo kon hij ook maar niet onthouden welke deur naar het toilet voerde. Regelmatig stond hij in de meterkast, in de kelderkast of buiten op de stoep. De eerste dag kwamen die herinneringen echt op me af. Ik werd er erg onrustig van. "Zet Gerts Ipod op je oren, Simoon. Misschien helpt dat." Het hielp. Gerts muziek doet wonderen. Nog steeds.

maandag 12 juni 2017

Het is nu lente

Je zou denken: "Hoe fijn is het niet dat het lente wordt? Het wordt warmer, bomen en struiken worden weer groen, de dagen worden langer, er komt meer kleur in de tuin door al die bloeiende bloemen, de zomer komt eraan." Dat zou je denken! Ik vond het helemaal niet fijn. Veel heftiger dan de maanden daarvoor kwamen herinneringen aan Gert naar boven. Wat deden we vorig jaar in deze tijd van het jaar? Waar waren we, waar maakten we ons druk om, hoe kwamen we de dagen door? Allemaal vragen die ik eigenlijk helemaal niet meer wilde beantwoorden en waar ik niet meer over wilde denken. Die lente kon me gestolen worden!

Jaren geleden kreeg Gert van een nichtje een schoolbordje in de vorm van een hartje. Gert vroeg  bijna elke dag: "Wat is het nu, is het nu lente?" Daarom hing ik het bordje aan de voordeur en schreef er voor hem op welk seizoen het was. Dat hartje hangt nog steeds aan de voordeur. Nog even en ik zet erop: "Op naar de zomer!"


Drie keer per week

Drie maanden geleden schreef ik mijn laatste stukje over hoe ik het gemis van Gert probeer te verwerken. Kijk ik mijn agenda door van de afgelopen maanden, dan heb ik me redelijk goed gehouden aan de afspraak die ik met een goede raadgeefster heb gemaakt: zorg dat je drie keer in de week met iemand contact hebt, per telefoon, op straat of bij een bezoek. Toen ik die raad kreeg, moest ik een beetje grinniken. Drie keer per week! Dat moest lukken. Er zijn echter al een paar weken in april geweest dat ik erg mijn best moest doen om het huis uit te komen en die drie contacten te halen. Het liefst had ik toen de hele dag in mijn bed gelegen met het dekbed over mijn hoofd, weg van de wereld, met even geen gedachten en herinneringen. Maar dat kon niet: Bonne moest uitgelaten worden. Op zulke dagen is een hond als Bonne je redding. Ook een appje van een oplettende lieve buurvrouw eind van de ochtend ('Is er iets met je aan de hand? De gordijnen zitten nog dicht!'), brengt je weer terug op de wereld. Dan pak je je agenda er maar weer bij en probeert drie contactmomenten te plannen.