maandag 15 juli 2013

'Voor paal staan'

Sinds enkele dagen zorgen Gert en ik voor de poesjes van familie. 's Morgens fietsen we langs, geven de poesjes eten en doen boodschappen. 's Avonds ga ik meestal alleen, op de fiets. Op een avond valt me op het pleintje dat ik op de terugweg naar huis passeer, iets 'vreemds' op. Ik zie een meisje staan, een meisje van een jaar of veertien, dun, lang, spichtig. Ze staat naar een muurtje toe gebogen, hoofd omlaag, de billen naar achteren en de voeten dicht bij elkaar. Achter haar staan op zo'n twee meter een stel jongens, van dezelfde leeftijd, een stuk kleiner, maar wel dikker en wat onwennig stoer. Voor een van de jongens ligt een bal. Hij geeft een enorme trap tegen de bal. De bal komt met een enorme klap tegen de rug van het meisje aan! Ik schrik me rot. Ik doe niets. Ik fiets door. Pas als ik weer thuis ben, realiseer ik me wat ik gezien heb. Had ik moeten ingrijpen? Had ik dat meisje moeten zeggen dat ze helemaal gek is om daar voor die jongens 'voor paal' te staan? Had ik die jongens moeten zeggen dat ze niet zo idioot moeten doen, dat het een wel heel gevaarlijk spel is dat ze aan het spelen zijn? Met mijn onmacht en boosheid kan ik niet meer bij Gert terecht. Hij zou het verhaal niet meer begrijpen en heel verdrietig worden. Ik schrijf het maar even op.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten