dinsdag 26 maart 2013

Afwas

Al jaren hebben we een afwasmachine. Afwassen was nooit onze hobby. Ik was een kei in het opstapelen van de afwas. Gingen we eenmaal aan de slag, dan waren we een hele avond bezig. Zodra we het ons konden permitteren, kochten we een afwasmachine. Nooit meer afwas op het aanrecht. Tijd voor andere dingen.

Gert vindt het heerlijk om af te wassen, om met dweiltjes en sponsjes de vuilste potten en pannen schoon te boenen. Ik kan hem daar niet mee helpen. Zodra ik een natte pan oppak om af te drogen, raakt Gert totaal in de war. De pan wordt nog een keer afgewassen en grondig afgespoeld. Dit herhaalt zich als ik maar met mijn theedoek in de buurt durf te komen. Ik laat hem maar rommelen. Na een tijdje ruim ik in de keuken alles op. De vaatwasmachine heeft even vrijaf.
Lachen

Lachen doen we ook nog. Vanmiddag nog.

Ooit zijn we naar een voorstelling van het Werktheater in Carré in Amsterdam geweest. Toen we op onze plek op het balkon gingen zitten, liep er een dunne, lange en wat vreemde jongen rond in een geel regenjack met zijn capuchon op en met het koordje strak om zijn hoofd gespannen. Die jongen klom op de reling van het balkon, wees naar de talloze lampjes boven ons hoofd en zei: "Doet 't, doet 't, doet 't." Langzaam balancerend ging hij zo de hele reling af. Natuurlijk bleek het iemand van het Werktheater te zijn.

Gert ging vanmiddag slapen. Voor hij bij de trap naar boven was, liep hij naar de voordeur. Op onze voordeur zitten een soort klemmen om de deur weer recht te trekken. Gert wees: "Doet 't, doet 't." We keken elkaar aan en moesten erg lachen.
Succesje

In mijn hoekje in de woonkamer zit ik dit te schrijven. Het voelt goed; de plek is goed. En Gert is beretrots, omdat hij ervoor gezorgd heeft dat de scanner het weer doet. Ik had bij het verplaatsen van alle apparaten een tekening gemaakt van de achterzijde van de computer. Ik wist precies waar de blauwe stekker hoorde (de ene kant in de computer, de andere kant in de printer), waar de roze en die kleine enzovoort. Ik hield één snoertje over. Was die niet van mijn fototoestel? Afijn, alles aangesloten, maar de scanner deed het niet. "Waarom kijk je niet in de handleiding?", zei Gert. Dat zou hij vroeger zeker gedaan hebben, in tegenstelling tot mijn manier van werken. Eigenlijk had ik gewoon geen zin tussen al die handleidingen, boekjes en rekeningen de scanner-handleiding te zoeken. "Nou, als jij dat dan wil doen.", antwoordde ik een beetje mopperig. Ik haalde de grote stapel naar beneden. Al na drie boekjes vond Gert (!) de handleiding voor de scanner. Ik bekeek de tekening eens goed: dat ene snoertje dat ik over had, was van de scanner. Aangesloten en: deed 't. Gert was trots en blij. En terecht.

zaterdag 16 maart 2013

Waar was je?

Gert onthoudt veel dingen niet: waar de sleutels zijn, wie er gebeld heeft, hoeveel honden hij tegengekomen is en wat de naam is van de man van de thuiszorg, maar ook waar ik ben.
Afgelopen week ben ik een tijdschriftje van het IVN aan het opmaken. Ik plak teksten en foto's op een zo mooi en leuk mogelijke manier in een stramien. Dan ben ik zo een paar uur boven achter de computer. Kom ik weer beneden, dan komt de vraag: "Hoe was de vergadering?" of "Waar was je nou?" Om de verwarring te voorkomen heb ik de computer en alles wat eraan hangt naar beneden gehaald. Wat voelde ik me stoer, toen ik alles aangesloten had en het nog werkte ook! In een hoek van de woonkamer, in het zicht van Gert, ben ik bezig. En het werkt. Gert vindt het heel gezellig. Zo gezellig dat hij bijna niet meer slaapt 's middags. Daar moeten we nu ook weer wat voor bedenken.

zondag 10 maart 2013

Verward gesprek

"Vergeet je thee niet, lieverd.""
(...?)
"Je thee."
(...??)
"Daar, je thee!" (Met luidere stem. Niet nodig, maar dat doe je toch ...)
"Meteen?"
"Je thee."
"Er moet nog een stukje af."
"Thee? Een stukje af?"
"Me teen. Er moet een hoekje ..."
"Je teen. Die zouden we knippen, ja. Dat is ook zo. Doen we morgenochtend. Okay?"
"Is goed."
"Je thee, daar."
"Okay. Lekker. Maar ik ben niet doof, hoor."

vrijdag 1 maart 2013

De boer had maar ene schoen

Bonne en ik komen terug van onze ochtendwandeling. Gert zou wat borden en kopjes afwassen. Dat doet hij graag. Als we binnenkomen, zien we Gert druk door het huis lopen: hij is een schoen kwijt. Hij loopt al een uur te zoeken, zegt hij. We gaan met z'n allen zoeken. Opeens heeft Gert de schoen in zijn hand. Waar vandaan? Geen idee. Wat geeft het, de schoen is er. Gert zingt: "De boer had maar ene schoen, meer dan genoeg." We moeten erg lachen. Ik zing mee, maar weet de tekst niet meer. Gelukkig is er internet:

De boer had maar ene schoen, meer dan genoeg, genoeg, genoeg.
De boer had maar ene schoen, meer dan genoeg, genoeg, genoeg.
Een schoen zonder hak eran, de boer is geen edelman.
Een schoen zonder hak eran, de boer die is geen edelman.