woensdag 23 november 2016

Rouwen

Rouwen. Hoe doe je dat? Op internet kwam ik enkele misvattingen over wat rouw is tegen (Landelijk Steunpunt Rouw):
  • Rouwen betekent intense emotionele pijn voelen
  • Het verlies en de pijn moeten worden aangegaan; afleiding is niet goed
  • Het is belangrijk dat de rouwende de overledenen loslaat
  • Rouw heeft een eindpunt, moet op een gegeven moment over zijn
Hoe verdrietig ik ook kan zijn: soms is het er ook even niet. Dat is maar goed ook. Het zou te zwaar zijn. Je moet nu eenmaal ook opstaan, eten, boodschappen doen, de hond uitlaten, eten koken. Afleiding die heel prettig is. Eind van de middag bijvoorbeeld vind ik een lastig moment. Dan is groenten schoonmaken, eten koken en lekker eten een geweldig mooie afleiding. Het helpt je door een moeilijk moment heen.

Loslaten, verwerken, een plek geven, een eindpunt aan de rouw. Allemaal woorden waar ik juist heel verdrietig van word. Alsof het mogelijk zou zijn afstand van Gert te nemen! Ik hoop dat ik op den duur over Gert kan denken zonder daar al te verdrietig van te worden. Toen Gert nog leefde, was hij niet alleen mijn steun en toeverlaat, maar ook een voorbeeld hoe je positief in het leven kon staan. Als ik dat weer te pakken zou krijgen ...

As in tas

In een paar dagen tijd heb ik het boek 'As in tas' van Jelle Brandt Corstius gelezen. Een heel persoonlijk, prachtig boek. In het boek beschrijft Jelle zijn fietstocht van Amsterdam, waar hij de as van zijn vader Hugo in zijn fietstas doet, naar de Middellandse Zee, waar hij de as in zee uitstrooit. Tijdens de fietstocht komen herinneringen aan zijn vader naar boven. Niet zo gek als je leest dat hij met zijn vader vaker fietstochten ondernam.
Wat me aan het denken zette, was een stukje tekst over rouwen. Een vriend stuurt Jelle een sms'je: "Hoe gaat het met het rouwen?" Jelle vindt het een stompzinnige opmerking, maar gaat er toch over nadenken. Hij schrijft: 'Nu ik er goed over nadenk: het rouwen vond plaats toen hij nog leefde. Door dementie verandert iemand fundamenteel. Je neemt eigenlijk al afscheid van de persoon zonder dementie. Er zijn nog wel wat overeenkomsten tussen die twee mensen, maar ze zijn absoluut verschillend, zoals een tweeling.'

Hoe zit dat bij mij?

donderdag 17 november 2016

Poster

Voor het halletje boven heb ik bedacht een poster te maken. Een poster, bestaande uit allerlei foto's van Gert. Foto's waar hij alleen of met anderen opstaat, uit een periode dat hij er nog 'goed' uitzag. Eerst heb ik allerlei digitale foto's van Gert verzameld. Daarna ben ik met behulp van een opmaakprogramma op internet de foto's gaan plaatsen op een poster. Aan het eind van de avond was ik vreselijk trots op het resultaat. Alleen het formaat leek me wat lastig. Immers, 50 bij 75 cm: zou daar wel een passende lijst met glas voor te vinden zijn? Op een andere website zocht ik naar een lijst. Mijn vermoeden klopte: de maat was wat afwijkend. Terug dus maar naar de website met mijn poster om het formaat te wijzigen. Maar helaas: die poster kon ik niet meer vinden. Niet opgeslagen? Op zo'n moment zou ik willen dat Gert er gewoon was, om me te troosten, me te zeggen dat ik 'in no time' een nieuwe poster kan maken, me weg te halen bij de computer om me vervolgens een mooie cd te laten horen.

S-bocht

Aan de overkant van de weg staan twee mannen bij een auto. De ene man staat tegen de auto geleund. Hij beweegt zijn armen en is overduidelijk bezig de ander ergens van te overtuigen. De andere man zie ik op de rug. Hij luistert naar het verhaal van de man tegenover hem. Hij staat een beetje voorover gebogen, de armen enigszins gebogen, de vuisten gebald. Stoer. De mannen doen me denken aan hoe Gert stond. Altijd ook een beetje voorover gebogen. Omdat hij zo lang was, ging hij in een soort S-bocht staan: de heupen iets vooruit, de rug bol en de schouders iets naar achteren en de nek weer naar voren en naar beneden. We hadden het er vaak over dat hij, eenmaal een oude, bejaarde man, zeker last van zijn rug zou krijgen. Stond hij echt rechtop, dan stak hij boven een groep mensen uit. Gemakkelijk voor mij: ik ben hem in een menigte nooit kwijt geraakt.