"Hoe gaat het?" Ik sta net te klungelen met Bonne die niet door wil lopen omdat hij in het gras een fantastisch luchtje in zijn neus krijgt, als een buurvrouw mij aanspreekt. Ik kijk op. "Vandaag eigenlijk niet zo best." Nou niet echt het antwoord dat standaard gegeven wordt. Maar ik weet dat deze buurvrouw niet schrikt van mijn reactie, dat zij ook echt wil weten hoe het met me gaat. "Hoe komt dat zo?" Ik doe mijn best het uit te leggen: dat de eerste weken snel voorbij gingen, dat er veel aanloop was, dat ik leuke appjes kreeg, dat ik bij verschillende mensen te eten ben gevraagd, dat ik zelfs naar de film ben geweest, dat ik nu echter veel meer op mezelf aangewezen ben en ... dat ik Gert zo vreselijk mis. "Je voelt je af en toe erg eenzaam dus." Het woord is gevallen: eenzaam. Zo noem je dat dus, het gevoel dat je alleen op de wereld bent, dat je niet hand in hand loopt met degene die je door dik en dun vertrouwt, dat je boos, vrolijk, geïrriteerd of blij of wat dan ook bent zonder dat iemand dat merkt, dat je bang bent dat niemand je zal missen als je ziek en ellendig in huis ligt, dat je je pas goed voelt als je iets aan het doen bent, maar dat je eigenlijk helemaal niets wilt doen. Eenzaam. Zou dat het zijn? Zal het wennen?
Wat zou Gert zeggen als ik hem dit stukje zou voorlezen? Hij zou uit zijn stoel opstaan, mijn hand pakken en zeggen: "Kom, we gaan!"
Bonne & co is een weblog over ons: de hond Bonne en zijn baasje Simone. In september 2016 is mijn lieve man Gert en Bonnes allerliefste baas op 61-jarige leeftijd overleden. Gert heeft zo'n 10 jaar moeten leven met de ziekte van Alzheimer. Dit weblog gaat over de manier waarop ik met Bonne met het verlies van Gert omga.
maandag 24 oktober 2016
maandag 17 oktober 2016
Een goed stel
Een goed stel
Op 5 december 1978 hing ik
in de kantine van het Instituut van Neerlandistiek. En met mij een kleine groep
medestudenten die op deze sinterklaasavond ook niet naar huis gingen. “Dit is
nou die jongen die alleen maar stripboeken leest”, hoorde ik Wouter zeggen. Met
Wouter zat ik in een werkgroep Moderne Letterkunde. Nou zei Wouter wel meer
onwaarheden, maar dit was er echt eentje, bleek later. Ik keek eens goed naar
de mij onbekende student die achter Wouter aanslenterde. Een lange man met
sluik halflang haar in een donkerblauwe jopper met een rits. Hij keek
schuchter, maar heel vriendelijk mijn kant op. Hm, niet onaardig. “Gert is van
zeventiende-eeuws vertalen”, vulde Wouter de eerdere informatie aan. Dat
voorspelde weer weinig goeds. De kantine ging sluiten. Dus trokken we met de
hele groep naar Bizerte om een pizza te gaan eten. “Gaan we nog naar de film?”,
opperde ik. Niemand reageerde, behalve Gert. Samen gingen we naar Herfstsonate
van Ingmar Bergman. Nou niet echt een vrolijke film voor de sinterklaasavond,
maar er was geen keus. Van die film kan ik me niets meer herinneren, maar wel
van de dronken Sinterklaas in café De Gieter en van de tocht achterop de fiets
bij Gert naar mijn huis. Gert zette me bij mijn deur af en ging heel keurig rechtsomkeert
naar huis. Tja.
Op 9 december stond die man
met die blauwe jopper alweer op de stoep. Ik was verrast. Zo dapper had ik Gert
niet ingeschat. Ik liet hem binnen. Urenlang heeft hij in een heel klein
regisseursstoeltje opgepropt gezeten met een spinnende poes Mighidi op schoot.
Hoe kon ik weten dat hij helemaal onbekend was met de gedragingen van een poes?
Later heeft Gert me wel eens verteld hoe griezelig hij dat knorren van die poes
vond. Begin januari gaf Gert een feestje ter ere van zijn verjaardag. Verzin ik
het nou zelf dat dat feestje gegeven werd om mij weer uit te kunnen nodigen?
Op 9 februari reed ik ’s
morgens vroeg op de fiets van de Plantage Kerklaan waar Gert en zijn broer Dick
woonden, naar het instituut. Aan mijn stuur bungelde de lp ‘Déja vu’ van Crosby,
Stills, Nash and Young, mijn eerste cadeau van Gert. En ik wist: Gert en ik: we
zijn een stel. Een goed stel.
Alzheimer houdt niet zo van
die stellen en begon bijna 11 jaar geleden roet in het eten te gooien. Hij koos
Gert voor een wedstrijdje: wie blijft er het langst naast Simone lopen? Gert
deed verschrikkelijk zijn best om Alzheimer bij te houden, maar zelfs Gert
moest erkennen dat die stomme Alzheimer, zoals hij hem noemde, het langer
uithield dan hij.
Wat had ik graag nog jaren
naast die man met zijn blauwe jopper gelopen.
Simone
Abonneren op:
Posts (Atom)