donderdag 25 februari 2016

Rondleiding

Wat me de afgelopen week steeds weer bezighoudt, zijn de rondleidingen die ik inmiddels heb gehad in twee verpleeghuizen. Gert was steeds zo boos op me en zo slecht bereikbaar dat ik de stoute schoenen heb aangetrokken en afspraken gemaakt heb voor het bekijken en ervaren van verpleeghuizen, waar Gert wellicht een plek zou kunnen vinden. Want blijft die boosheid bestaan, dan weet ik dat ik het niet lang meer volhoudt. Ik heb gemerkt dat juist die boosheid me opbreekt. De hallucinaties, de onverwachte verhuizingen van spullen, de kranten en tijdschriften die overal en nergens liggen: ik blijf er heel rustig bij. Maar dagen boosheid, nooit iets goed doen, altijd op je tenen lopen, heel alert zijn op wat je zegt: dat breekt je op.

De verpleeghuizen waren heel verschillend. De een was ruim, groot, open, op een prachtige plek, maar met heel veel oudere mensen, veel rolstoelen, 15 mensen in een groep, tweepersoons kamers, weinig privacy. De andere had twee woningen voor jongdementerenden, eigen kamer, maar smalle gangen, kleine huiskamer. Ik kon me in beide huizen Gert niet voorstellen. Voor het ene huis veel te jong en beweeglijk, voor het andere huis wellicht te weinig assertief en daardoor eenzaam. Het zijn mijn inschattingen. Ik heb eigenlijk geen idee hoe Gert zich zal handhaven op een plek niet bij mij. Ik heb besloten Gert voorlopig nog bij mij thuis te houden en meer hulp in te roepen om ervoor te zorgen dat ik af en toe even weg kan. Dat moet nog even lukken!

vrijdag 19 februari 2016

Hyper

Nu ruim een week is Gerts gedrag onvoorspelbaar. Soms begint de dag goed: Gert staat op, laat zich helpen en loopt zingend naar beneden om Bonne een snoepje te geven. Soms slaat dit al heel snel om in boosheid. Lang niet altijd is daar een oorzaak voor aan te wijzen. Al heeft het er vaak mee te maken dat ik niet meer begrijp wat hij wil zeggen. Zodra Gert dit merkt, gaat hij boos in zijn stoel zitten en begint te mopperen: "Waarom doe je nou zo?!" Kon ik dat tot voor kort om doen slaan door een muziekje op te zetten, dat is er niet meer bij. Een discussie op de radio of op tv maakt hem nog bozer. Hij praat met die stemmen alsof ze in ons huis zijn en een bedreiging voor hem vormen.
Die boosheid kan ook opeens omslaan in 'hyper'-gedrag. Gert loopt marcherend door de kamer, zwaait wijd met zijn armen en gooit zijn benen in de lucht. Daar neuriet hij bij en kijkt supervrolijk in het rond. Die vrolijkheid is veel prettiger te ondergaan dan de boosheid, maar heeft ook iets treurigs.

dinsdag 9 februari 2016

Een vrolijk gezicht

Vandaag overkwam het me weer: Gert wilde niet uit de auto stappen. Gert moest naar de prikpost om geprikt te worden voor de controle van zijn bloedverdunners. Ik kon hem alleen vermurwen uit te stappen door hem te zeggen dat José, de mevrouw van de trombosedienst, op hem zat te wachten. In het gebouw waar de prikpost zich bevindt, wilde Gert echter niet de trap op. Ik zag maar één oplossing: José halen en vragen of zij Gert naar boven kon praten. Gelukkig waren er geen mensen meer voor ons en kon José direct mee. Het lukte. Wat een ander, vrolijk gezicht al niet kan doen! Gerts gezicht klaarde helemaal op. Hij zei nog wel dat hij boos was, maar dat José hem vrolijk maakte. Na het prikken liepen we naar beneden en naar de auto: ik voorop, meters achter me een boze Gert.

Boos, boos en nog eens boos

Ook al ben je de beminnelijkste man ooit, Alzheimer kan dat zo nu en dan helemaal teniet doen. Zo rustig en harmonieus Gert altijd was, zo onrustig en boos kan hij nu zijn. De laatste dagen is hij vooral boos op mij. Niet de hele dag, maar wel veel kleine momenten. Het ene moment liggen we gezellig in bed te praten over opstaan, over de harde wind, over Bonne. Het andere moment zie ik opeens Gerts gezicht betrekken. Hij kijkt mij venijnig aan en zegt: "Dat wil ik niet! Dat doe ik niet!" Ik reageer meestal niet op zijn boosheid, maar vind het niet prettig. In zo'n stemming krijg ik Gert niet het bed uit, niet in de kleren en niet aan het eten of drinken. Soms duurt die stemming tot aan de lunch. Gelukkig wil hij uiteindelijk wel kleren aan (hij zal het wel koud hebben in zijn pyjama) en wat drinken. Dring ik te veel aan (Neem nou toch een boterham!), dan gaat hij direct naar boven in bed liggen. Soms kan ik niet voorkomen dat hij dan zichzelf in een spiegel ziet of in een ruit. Zijn spiegelbeeld maakt hem nog veel bozer, waardoor hij op de spiegel of ruit begint te slaan. Dat gebeurde vorige week ook een keer 's nachts. Ik moet zeggen dat ik daar toch wel erg van schrok. Gert niet. Hij was vooral heel boos!

maandag 1 februari 2016

Zo'n zondag

Gisteren, zondag, was weer eens zo'n dag dat alles anders verloopt dan je gedacht had. Nog in bed hadden Gert en ik het erover dat we moesten opstaan, ook al was het niet zo warm buiten bed. Ik stond op om met Bonne een half uurtje te gaan hardlopen. Gert wilde niet opstaan. Hij werd boos. Ik voorzag het ergste en dat klopte ook. Gert wilde ook niet eten, niet drinken, niet naar tennis kijken op tv, niet naar muziek luisteren: Gert wilde niets, alleen helemaal onder het dekbed met de elektrische deken aan in bed liggen. Pas na de lunch  - Gert gaf ik brood op bed - en nadat ik Bonne uitgelaten had, kwam Gert niet alleen voor de zoveelste keer in pyjama naar beneden, maar wilde zelfs zijn kleren aan. Toen die aan waren, zette ik een paar cd's op met muziek uit de jaren zestig en zeventig. Gert bewoog mee op de muziek, neuriede of floot er lustig op los en was echt vrolijk. Toen we 's avonds tegen twaalven naar bed gingen, zei Gert: "Het was een fantastische dag!" Daar dacht ik toch echt anders over.

Medebewoners

We hebben er af en toe wat bewoners bij. Gert praat regelmatig met een 'lieve meneer', die op de bank zit of iets ernaast, daar waar een van de geluidsboxen staat. Van een afstandje bekijk ik hoe het gesprek verloopt. Het gesprek ziet er heel gezellig uit. Gert beweegt veel met zijn armen om wat hij zegt te ondersteunen met gebaren en glimlacht vaak. Aan de andere kant van de bank staat in een kast een stoffen kerstboompje. Die plek is voorbestemd voor een Chinees meisje, een meisje die hij via de groep kent en die klaarblijkelijk soms bij ons thuis is. De gesprekken zien er allemaal heel lief uit, maar voor mij is het wat onwerkelijk, iets ongrijpbaars. Ik zeg echter niets, probeer te genieten van Gerts plezier.