dinsdag 10 maart 2015

Dinsdagochtend: boos!

8.00 uur
We staan op. Ik doe mijn sportkleren aan, omdat ik van plan ben een rondje te gaan hardlopen. Dat doe ik het liefst nog voor het ontbijt. Gert neemt de tijd. Hij hoeft ook nergens heen. Ook niet naar de groep.

8.45 uur
Beneden help ik Gert met zijn jas. Bonne staat al klaar. Gert gaat Bonne uitlaten. Ik dek gauw de tafel om daarna meteen te kunnen gaan rennen.

8.55 uur
Gert is alweer terug. Of Bonne geen zin had of Gert de weg kwijt was, kan ik niet opmaken uit Gerts gepraat. Het betekent in ieder geval dat ik niet kan gaan hardlopen.

9.00 uur
Ontbijt. Gert eet een boterham. Hij wil graag thee. Ik neem koffie. Vol trots haal ik Gert naar de keuken om hem onze nieuwe aanwinst te laten zien: een elektrische melkopschuimer. Gert kijkt er niet eens naar. Wat zou hij vroeger (als fervente espressodrinker en -proever) daarvan gezegd hebben? Een beetje een teleurstelling.

9.45 uur
Ik laat Bonne uit. Het is heerlijk weer. Ik ben toch vrij vlot terug (10.30 uur), omdat ik met Gert naar de markt wil. Dat is misschien 10 minuten lopen. Dat moet voor Gert te doen zijn.

10.45 uur
We gaan naar de markt. Bonne gaat mee. Dan loopt Gert beter door. Ik koop wat viooltjes. Gert kijkt er niet naar. Hij raakt in de war door de chaos op straat: mensen op de markt, parkerende auto's, een vuilniswagen die de weg blokkeert, waardoor ook wij moeten oversteken. Dan maar door naar AH. Gert wacht met Bonne buiten. Ik ben heel snel terug. Gert en Bonne staan er nog. Maar dan gaat het mis. Gert gaat midden op de weg lopen. Bonne ruikt van alles en trekt hem nog verder bij me vandaan. Ik roep ze terug de stoep op, maar Gert loopt stug door. "Dan wacht die auto maar!", roept hij me toe. Ik vind het heel gevaarlijk en roep nog eens. Gert komt eindelijk richting stoep, maar is duidelijk boos op me. Hij begint heel langzaam te lopen met een gezicht als een oorwurm. Ik loop met de boodschappen en de viooltjes heel rustig naar huis. Af en toe kijk ik om of de jongens volgen.

12.00 uur
Weer thuis. Ik ga boos achter de computer zitten; Gert gaat boven boos in zijn bed liggen.