donderdag 18 september 2014

Ik mis je nu al

Jaren geleden hadden we een kat: Mario. Mario was een dag weg. Ik maakte me erg ongerust. Mario kwam altijd als je hem riep. Daarom maakte ik flyertjes om bij de buren in de bus te stoppen. Op de flyertjes zette ik onder Mario's foto wat tekst, onder andere: "Als u Mario ziet, waarschuw ons dan. We missen Mario nu al erg!"

Volgende week ga ik alleen een midweek naar België. Ik heb het Gert zo laat mogelijk verteld. Hij weet het nu. Hij zegt dat hij het fijn voor me vindt dat ik er een weekje tussenuit ga. Soms is hij er verdrietig om. Vanmorgen bijvoorbeeld. Ik kon hem niet goed troosten. We moesten weer lachen toen hij zei: "Ik mis je nu al!"

Muziektherapie

Gisteren stond ik in de keuken te koken, toen Gert me riep. Er was iets op tv over Esther. Ik begreep niet wat Gert bedoelde, maar ging in de woonkamer toch even meekijken. Het ging over het belang van muziek voor mensen met een vorm van dementie. "Zie je, zo gaat het bij mij ook." Gert zat geboeid te kijken hoe enkele demente oudere mensen naar muziek luisterden via een ipod en met die muziek begonnen mee te zingen.
Sinds een paar weken heeft Gert een keer per week muziektherapie. Met de therapeute maakt hij muziek, luistert hij naar voor hem bekende melodietjes, neuriet hij mee of tikt of trommelt hij de maat. Gert wordt er heel blij van. Soms denkt hij dat hij muziekles heeft of dat hij in een band zal kunnen gaan spelen. Ik probeer hem duidelijk te maken dat het vooral om de beleving van de muziek gaat, dat de muziek hem vrolijk maakt en dat hij er actief door wordt. Gert begrijpt het wel, maar af en toe is hij weer die puberende slungelachtige jongen die met halflang haar en een gitaar in zijn handen voor de fotograaf poseert. 

Verwarrende tijden

"Ik ga geloof ik maar slapen." Gert heeft net zijn ontbijt op. Hij is vaak erg moe van alle ochtendrituelen, waardoor hij het gevoel heeft dat hij al een dag op is. "Nee joh, het is nog ochtend. We gaan eerst Bonne uitlaten. Kom je?" Het is Gert helemaal duister op welk moment van de dag we leven. Gelaten laat Gert zich in zijn jas helpen. Hij probeert zich te oriënteren: "Wat voor dag is het?" "Donderdag." "Moet ik nog ergens heen?" "Nee, je hoeft nergens heen. Maar we gaan nu eerst Bonne uitlaten. Kom." Ik probeer Gert elke dag 's ochtends na het ontbijt een stukje te laten lopen. Dat valt niet mee. Hij vindt het al gauw veel te ver. Gelukkig kan ik Bonne in de strijd werpen. Voor hem wil Gert wel een straatje om. Zelfs als Gert denkt dat het eigenlijk tijd is om naar bed te gaan.