maandag 30 september 2013

Wie laat wie uit?

Bonne heeft twee plassen-poepen-rondjes, van die korte rondjes omdat we óf net opgestaan zijn óf naar bed willen. Zolang we Bonne hebben - en dat is al 6 jaar - doet Gert die korte rondjes. Hij ziet dat als zijn taak, zijn bijdrage aan ons huishouden. Ik vind dat natuurlijk prima!
's Morgens om een uur of zes vraagt Gert me al of hij Bonne niet moet gaan uitlaten. Die ligt immers te wachten. Als dan eindelijk om acht uur de wekker gaat, haast Gert zich om zo snel mogelijk Bonne uit te kunnen laten. Dat gaat goed. s' Avonds is het kleine rondje voor Gert een probleem geworden. Hij ziet in het donker niet goed. Bovendien is elke boom een man met wel drie grote honden, duidt elk geluid op gevaar van een veel te hard rijdende auto. Sinds een paar weken loop ik daarom 's avonds mee. Ik vind het dan juist heerlijk buiten: het is stil, er is meestal weinig wind, het ruikt lekker naar de herfst en - zeker niet onbelangrijk - je kunt zo heerlijk ongemerkt zien waar mensen op dat moment mee bezig zijn. Ik krijg echter weinig tijd om hiervan te genieten, omdat Gert zo snel mogelijk weer het huis in wil. Bonne wil dat ook en rent bij binnenkomst linea recta de bench in om zich daar neer te vleien op zijn dekentje. Tijd om te slapen!

zondag 15 september 2013

Paniek

Soms maak je iets mee, waardoor je een beetje in de buurt komt van wat iemand met dementie voelt. Vorige week gingen we naar een verjaardag. Ik had me al dagen druk gemaakt over het feit of we naar de verjaardag zouden gaan. We gingen. De jarige job had gezegd geen cadeau te willen hebben, maar het leuk zou vinden als je een gift aan een door haar gekozen goed doel zou geven. Onderweg wilde ik geld halen. Wat gebeurt: ik stop mijn pinpas in het apparaat en ... pincode vergeten. Ook die van mijn ander pinpas wist ik niet. Het zweet brak me uit. Gauw ging ik terug naar de auto waar Gert op me wachtte. Ik vroeg zijn pasje en pinde geld. Toen gauw naar de benzinepomp. Bij voorbaat gebruikte ik Gerts pinpas. Maar wat gebeurt: ik tank de foute benzine, de dure variant. Opnieuw paniek, een knoop in mijn maag, zweet. Terug in de auto zei ik niets, maar probeerde me heel even te ontspannen. Ik zou uit paniek een ongeluk veroorzaken.

Feestje!

Gaan we nu wel of niet naar een feestje? Een feestje met een soort receptie vooraf, warm buffet en wat erna komt. Ik kan het niet van tevoren met Gert bespreken, omdat hij dan denkt dat we meteen weg moeten, om de zoveel uur vraagt wanneer we gaan of niet meer weet wat ik eigenlijk bedoel. Uiteindelijk heb ik besloten gewoon te gaan. We zien wel hoe het loopt. Zolang Gert het naar zijn zin heeft, is het goed. Het feestje is van vrienden die veertig jaar getrouwd zijn en dit in een heel leuke kleine bioscoop vieren. Het is gezellig en knus. Het is wel een beetje donker en er is veel geluid, maar Gert redt zich. Hij gaat niet zoals vroeger rond lopen en bij bekenden een praatje maken, maar lijkt zich naast mij niet ongelukkig te voelen. We eten lekker veel taart en drinken heerlijke sapjes. Van het warme buffet wil Gert niets. Hij herkent niet wat er op de schalen ligt en voelt zich erg ongemakkelijk tussen al die opscheppende mensen. Ik zorg dat Gert flink wat soep met brood eet. Dat is bekend en lust hij. Maar dan is Gert aan het einde van zijn latijn. Hij wil naar huis. En dat is goed.

vrijdag 6 september 2013

Verdrietig (2)

Gert gaat naar een opvang (ontmoetingscentrum) om een leuke morgen of middag te hebben. Haal ik hem verdrietig op, dan vind ik dat ik iets moet doen: in gesprek gaan. Samen met de verzorgsters van de groep jong dementerenden heb ik geprobeerd te achterhalen waarom of waardoor Gert zo verdrietig wordt en wat we zouden kunnen doen om het te voorkomen. De uitkomst van het gesprek is dat we begrijpen dat Gert denkt te falen, zich niet begrepen voelt en zich daardoor heel alleen en verdrietig voelt. De afspraak is dat Gert niet 'gedwongen' wordt aan activiteiten mee te doen. Nu is dat voor de verzorgsters heel ingewikkeld. Immers, zij zijn er om de dementerende cliënten zo actief mogelijk te houden en/of te maken. Bovendien moeten zij voorkomen dat Gert helemaal niet meer met de groep meedoet. Gelukkig zijn er ook nog activiteiten waaraan Gert heel graag meedoet: zingen, muziek luisteren, de hond uitlaten. Ik stelde nog voor Gert ook mee te laten helpen met afwassen, maar dat was een activiteit voor de vrouwen ...

Verdrietig (1)

Woensdagmorgen haalde ik Gert op bij de opvang. Het was prachtig weer. Ik had gehoord, toen ik Gert bracht, dat de mannen in de tuin zouden gaan werken en de vrouwen boodschappen voor het warme eten zouden gaan doen. Kan het rolbevestigender!

Ik trof Gert heel verdrietig aan. Met een verzorgster zat hij buiten in het zonnetje op me te wachten. Tijdens het werken buiten in de tuin was Gert heel verdrietig geworden. De verzorgster had hem toen apart genomen, een rondje met hem gelopen en met hem gepraat over wat er nu gebeurde.

Het is niet de eerste keer dat dit gebeurt, dat Gert ergens heel verdrietig van wordt. Nu ik aan de keren denk dat ik het meemaak, gaat het meestal om een situatie waarin Gert gevraagd wordt iets te doen wat hij niet of niet meer kan. Uitspraken als "Je kan het best!" of "Doe jij dan dit." maken hem onzeker, een beetje boos en daarna verdrietig. "Ik kan dat echt niet. Vroeger ook al niet. Ik weet niet wat een schoffel is en al helemaal niet wat je ermee moet doen!" Ik kan het me heel goed voorstellen: dat hij iets moet doen wat hij niet kan, dat hij dat volgens iedereen wel zou moeten kunnen, dat ze hem het idee geven dat hij eigenlijk niets kan en dat ze hem hierom uitlachen, zijn redenen genoeg om verdrietig van te worden. Het deel uitmaken van een groep vindt Gert echter zo fijn dat hij nog altijd graag naar de groep gaat. Dapper!

zondag 1 september 2013

Actief bij de opvang

Niet echt Gert zijn 'ding': onze kippen (2007) 
Elke week gaat Gert twee dagdelen naar de dagopvang voor jong dementerenden. Het is erg prettig voor hem dat in de groep nog twee deelnemers uit de kopgroep zitten; de groep waar hij eerder elke week heenging om over 'kopproblemen' te praten. Met z'n drieën voelen ze zich heel vertrouwd. Ze kennen elkaar natuurlijk ook heel goed.

Gert gaat naar 'de groep' als ze iets anders doen dan geheugentraining of zoiets. Hij heeft een vreselijke hekel aan die geheugentraining, omdat hij dan goed merkt dat zijn geheugen lang niet meer is wat het ooit was. Was hij vroeger een lopende encyclopedie, nu weet hij nog weinig of kan het niet meer onder woorden brengen. Dat is vreselijk frustrerend voor hem. Hij voelt zich dom en is bang dat anderen hem dom vinden. Vandaar dat Gert alleen naar de groep gaat als ze sporten, in de tuin werken, iets met muziek doen of voor de kippen zorgen. Fietsen op de hometrainer, voetballen of basketballen, 'dansen' op muziek: Gert vindt het prima. Die tuin en die kippen neemt hij op de koop toe. "Ach, die anderen vinden dat nu eenmaal heel leuk. Dan doe ik maar wat voor hen."

UPC

Sommige onderwerpen zijn voor Gert heel belangrijk. Komen ze ter sprake, dan is het vreselijk moeilijk om ze los te laten. Neem nu UPC. Komt er een folder met een 'mooie aanbieding' binnen, dan maakt Gert zich dagen lang druk over onze tv, de aansluiting, de programma's, de kabelmaatschappij, ons abonnement en vooral over wat we betalen. Met de folder paraat zit Gert vlak voor de tv alsof dat hem inspiratie geeft voor een te nemen besluit. Het piekeren over UPC houdt maar niet op. Zie ik een brief of folder met de letters UPC in de brievenbus zitten, dan zorg ik dat die direct in de papierbak terechtkomt. Jammer wellicht van die mooie aanbieding.