vrijdag 31 mei 2013

Zwabberig

"Ik ben zwabberig", zegt Gert vanmorgen bij het ontbijt. Zwabberig, wiebelig, wapperig, onbestemd. Allemaal woorden die een dag aankondigen die we gauw moeten vergeten. Ik zie het. Gert ziet bleek, is na het wassen en aankleden al doodmoe, krijgt met moeite een boterham naar binnen en vergeet zijn koffie. Dit wordt het niet vandaag. Morgen is er weer een nieuwe dag.

vrijdag 24 mei 2013

Even gewoon

Toen we hoorden dat Gert een vorm van Alzheimer had, zei ik het regelmatig: "Ik wou dat het weer gewoon was!" Eerlijk gezegd schreeuwde ik dat, als ik met Bonne liep te sjouwen door het Groningse land, waar toch niemand mij hoorde. Ik schreef het ook op verschillende mapjes die bij informatiebijeenkomsten over dementie uitgereikt werden. In de loop der tijd is dat 'gewoon' op de achtergrond geraakt. Ik heb me er bij neergelegd dat het allemaal niet meer 'gewoon' zal worden. Maar héél soms is het wel weer even gewoon. Enkele dagen geleden ging ik door mijn rug. Ik kon er 's nachts niet van slapen. Ik kon niet zitten en liggen. Toen deed Gert het licht aan en begon heel rustig tegen me te praten, net als vroeger als ik het helemaal niet meer zag zitten, als de stress bezit van me nam. Het was weer even 'gewoon'.

zaterdag 18 mei 2013

Van kopgroep naar kop naar groep

Bijna twee jaar ging Gert elke woensdagmorgen naar de 'kopgroep', sinds Gert moeilijker praat: de 'kop'. De kopgroep is een groep mensen met 'kopproblemen'. In de groep kwamen onderwerpen aan de orde als: wat kan je nog wel, wat niet meer, mag je wel of niet autorijden, wat voor ellende bracht jou de (regio)taxi afgelopen week, gaat boodschappen doen nog wel, hoe blijf je een beetje actief, waar komt die angst vandaan, hoe gaat het thuis?
Enige tijd geleden kregen we te horen dat Gert een andere groep moest gaan zoeken. Volgens de leiding van de groep kan hij niet goed meer over zichzelf vertellen, wil hij het liefst alleen over de gewone dagelijkse dingen praten. We moesten een groep zoeken waar het voor hem vooral gezellig is en prettig om te zijn. Vandaar dat Gert nu twee ochtenden in de week naar een groep voor jong dementerenden gaat. Hoewel ik het nog altijd moeilijk vindt om hem bij de groep (in een verpleeghuis!) af te leveren, heeft Gert het er redelijk naar zijn zin. Hij vindt het prettig om met mensen te zijn die net als hij zich door het leven rommelen, bij wie hij niet zo vreselijk zijn best hoeft te doen om iemand te zijn en om zijn zegje te doen. Dat er een heel lieve hulphond rondloopt, maakt het allemaal natuurlijk nog een stuk leuker!

Onze eigen 'hulphond'

zaterdag 4 mei 2013

Scheveningen

"We gaan nog iets doen in Scheveningen?" Scheveningen? Wij? Ik heb geen idee wat we in Scheveningen gaan doen! Gert vergeet veel: wat we gisteren hebben gedaan, waar we vorige week zijn geweest en wat we vandaag gaan doen. Maar sommige afspraken blijven wel hangen. Misschien omdat het Scheveningen is, een plek waar Gert vroeger met vrienden naar het strand ging of ging stappen. Een plek waar herinneringen liggen. Dan noemt Gert met wie we naar Scheveningen gaan. En ik weet het ook weer: in november (!) gaan we naar een optreden van Paul van Vliet. Niet in Scheveningen, maar in Den Haag. Verbazend, dat geheugen.

donderdag 2 mei 2013

Haast

Haast is iets wat we niet meer zouden moeten hebben. Toch soms is het er wel. Daar ben ikzelf vaak de oorzaak van. Ik heb namelijk de neiging om vlak voordat we ergens heengaan, snel nog allerlei kleine probleempjes op te lossen: de planten water geven, een wc-rol ophangen, Bonnes waterbakje aanvullen, de kranten opbergen. Ach, noem maar op. Zo ging het ook vanmorgen. Druk bezig met onzindingen zeg ik tegen Gert dat we zo weggaan; we moeten naar de kapper. Of hij zijn jas alvast kan aandoen en Bonne in de bench kan doen. Ik weet 't wel: dit zijn te veel opdrachten in een veel te drukke omgeving. Ik weet ook wel dat hier dus niets van terechtkomt. Maar het gebeurt. Gert staat in de gang, volgt mij met zijn blik, kijkt wat Bonne doet (die voelt het al aan en sluipt de bench in) en wacht. Met een rood hoofd kom ik de gang in en begin op Gert te mopperen over zijn jas, de haast die we hebben, de bench die nog niet dichtzit, dat hij toch wel een beetje kan meewerken en nooit opschiet ... Afijn, helemaal verkeerd. Met gezichten als een oorwurm fietsen we naar de kapper. Fijn dat ze daar cappuccino hebben.